Wie is er...
Wie van jullie is er al eens bij de hoeren geweest?
Gezien de korte tijd, dacht ik, ik vlieg er meteen in. Ik begrijp dat dat misschien een ambetante vraag is, maar we zijn onder ons. Dus wie al eens bij de hoeren geweest is, steek je hand op. Oei, niemand?
Dan moet ik toegeven dat ik al eens bij de hoeren, allez het is te zeggen, 1 hoer, allez, een hoerenmadame van 87 ben geweest. Het was niet amoureus, hoewel aan haar kant misschien wel, ze had zich toch nogal stevig opgemaakt. De reden dat ik haar wilde ontmoeten, was omdat mijn verhaal zich afspeelt in 1900 en dat ik niet alleen informatie wilde halen uit het Felixarchief om de stad Antwerpen in die periode te leren kennen, maar ook een beetje uit de realiteit en een 87 jarige hoerenmadame nadert in de geschiedenis 1900 net iets meer dan ikzelf. Krantenartikels, literatuur, geschiedenisstukken kan je raadplegen, maar die beleef je niet. Het gesprek met de hoerenmadame zorgde er voor mij voor dat ik wist wat het was. Dat het voelde alsof ik zelf in de roodfluwelen kussentjes zat met een glas champagne waarvan ik dacht dat het piper heidsick of veuve cloquot was, terwijl het in het echt een slecht flesje van de aldi kon zijn waar ze de etiket van hadden afgeweekt en die van de lege flessen veuve cliquot van de restaurants hadden afgeweekt en op die slechte flessen hadden geplakt. Het was echt. En dat wilde ik ook voor mijn verhaal, een echt verhaal. Eén dat ik doorleefd had. Zo wandelde ik ook in 2012 over de De Keyserlei, in het stof op droge dagen en zwaar mopperend als ik door het slijk moest over de metalen platen van de ene naar de andere kant van de straat, dat was echt. En wat bleek in 1900 lag de deKeyserlei ook opgebroken, slijkerig en vol stof. Ik kon het dus beschrijven zoals het echt was, want ik beleefde het zelf 100 jaar later. Dat wilde ik ook uit het boek laten stralen. Alsof je erbij was. Vandaar mijn ontmoeting met een hoerenmadame.