PRESENTATION OUTLINE
Hoofdregel
L'adjectif staat meestal achter het zelfstandig naamwoord waar het betrekking op heeft.
Voorbeeld
Een rode roos => un rose rouge
!Uitzonderingen!
Deze bijvoegelijke naamwoorden staan altijd voor het zelfstandig naamwoord
VOORBEELDEN
- mauvais, m茅chant, vilain, beau,
- petit, haut, jeune, joli, gros,
- nouveau, gentil, vieux et bon,
- grand et meilleur, vaste et long.
TWEE BETEKENISSEN
- Er zijn ook bijvoeglijke naamwoorden die zowel v贸贸r als achter het zelfstandig naamwoord kunnen worden gebruikt.
- In beide gevaallen heeft het bijvoegelijke naamwoord een andere betekenis
Voorbeelden
- un ancien maire= een oud-burgemeester
- un maire ancien=een oude burgemeester