1 of 12

Slide Notes

Zoals de ondertitel duidelijk maakt is er geen 'magic bullet'. We kunnen wel nagaan hoe we onze kennis over leren kunnen integreren bij het ontwerpen van cursussen. In het geval van CVO ontwerpen betekent dat ook dat we rekening moeten houden met de sterktes en zwaktes van Moodle.
DownloadGo Live

Het ideale leerobject

Published on Nov 19, 2015

Hoe kunnen we onze kennis van leren gebruiken bij het ontwikkelen van cursussen.

PRESENTATION OUTLINE

Het ideale leerobject

(bestaat niet)
Zoals de ondertitel duidelijk maakt is er geen 'magic bullet'. We kunnen wel nagaan hoe we onze kennis over leren kunnen integreren bij het ontwerpen van cursussen. In het geval van CVO ontwerpen betekent dat ook dat we rekening moeten houden met de sterktes en zwaktes van Moodle.

Leerdoelen

helder, specifiek en meetbaar
Leerdoelen blijven de basis van elke (online) cursus en verdienen daarom de nodige zorg.

Het is vaak een goede oefening om wars van de leerplannen voor jezelf eens te noteren wat cursisten moeten kennen en kunnen aan het einde van je module. Probeer je daarbij te beperken tot een stuk of 6 grote doelen in oplopende graad van moeilijkheid.

Meestal zijn de doelen die je zo formuleert vrij ambitieus en kunnen ze cursisten ontmoedigen. Daarom is het daarna aangewezen om subdoelen te ontwikkelen die naar de uiteindelijke doelen kunnen leiden.

Leerdoelen moeten helder, specifiek en waar mogelijk meetbaar zijn. Je kan daarbij gebruik maken van de SMART methode maar het belangrijkste is dat je niet alleen duidelijk maakt wat de cursist moet kennen of kunnen, maar dat je ook expliciteert in welke mate dat moet gebeuren.

De leerdoelen moeten telkens terugkomen in de cursusinhouden, de activiteiten en de assessments. Geef ze niet altijd zomaar weg. Probeer ze regelmatig te betrekken in je activiteiten.

Photo by ewiemann

Voorkennis

In een baseline assessment kan je nagaan wat cursisten al weten over het onderwerp. Besteed daarbij vooral aandacht aan concepten die relevant zijn voor jouw vak. Als voorkennis onvoldoende, ongeschikt of gewoonweg fout is, dan zal het leren in de weg staan.

Het is heel belangrijk om te achterhalen of cursisten geen misvattingen meedragen over grote concepten. Het is veel makkelijker om nieuwe kennis toe te voegen aan bestaande, correcte kennis (conceptual growth) dan om de bestaande incorrecte kennis van cursisten om te buigen (conceptual change).

Voorbeeld 'Fish is Fish' en het Ingnorance project van Gapminder

Als conceptual change aan de orde is, dan volstaat het vaak niet om de cursist te wijzen op de misvatting (wel als het om een vrij geïsoleerde opvatting gaat). Net als andere mensen staan ze vaak weigerachtig tegenover het aanpassen van denkbeelden. Probeer hen te overtuigen met duidelijke en betrouwbare data of laat hen een probleem oplossen waarbij hun uitgangspunt tot een fout resultaat leidt.

Ook voor afzonderlijke leereenheden is het aangewezen om steeds de voorkennis te activeren. Toepassing zoals Padlet en Stormboard kunnen hier zeker voor dienen.

Consistent Design

Consistent design is vooral belangrijk bij de presentatie van de leerstof en bij de navigatie. Bij de leermaterialen is het zeker belangrijk om multi-modaal te werk te gaan en dus verschillende zintuigen aan te spreken (zie ook UDL). Zo werkt video beter met audio. Vandaar het belang van multimedia.

Presenteer tekst en afbeeldingen samen en zorg dat ze bij elkaar in de buurt staan op één scherm (nabijheidsprincipe).

Gebruik geen teksten, afbeeldingen en geluiden die niets bijdragen aan wat geleerd moet worden. Je kan voor de start van een leerobject wel eens een cartoon gebruiken om wat lucht te geven, maar vermijd het opleuken van belangrijke stukken lesstof.

In de navigatie moet je er vooral op letten dat bepaalde knoppen die terugkeren op dezelfde plaats staan. Er zijn ook heel wat richtlijnen waarbij je moet rekening houden in het kader van toegankelijkheid.

Zorg ook voor visuele consistentie: lettertypes, lettergrootte, kleuren, icoontjes. Maak een style sheet voor je aan de cursus begint. Eenvoud is het sleutelwoord. Vermijd te veel clicks.
Photo by TofflerAnn

Kleine leereenheden

Langere teksten, video's en presentaties overbelasten het werkgeheugen (zie de cognitive load theorie) en vaak raakt het uiteindelijke leerdoel dan ondergesneeuwd. Het is daarom aangewezen om leerstof op te delen. Dat maakt dat nieuwe info makkelijker kan opgenomen worden in het lange termijn geheugen, zeker als ze verbonden wordt met al verworven (correcte) kennis.

Die kleinere stukken leerstof zijn ook beter geschikt voor nieuwe technologieën als smartphones en tablets.

Dat betekent niet dat je cursisten nooit eens een langere tekst mag voorschotelen maar zorg dan dat die afdrukbaar is en leer hen aan hoe ze die tekst dan zelf kunnen 'chunken'.

Photo by kev-shine

Verbindingen

Leren betekent volgens Mayer en Moreno dat aangeboden informatie wordt verwerkt tot wendbare kennis. Het opsommen van losstaande feiten is geen kennis. Nieuwe info moet opgenomen worden in mentale schema's. Die zijn heel handig omdat ze zo het werkgeheugen niet overbelasten als de info opgehaald wordt.

Daarom moet leerstof geordend zijn in sterke structuren. Als er samenhang is en de verbanden zijn zichtbaar, dan is het makkelijker om de info te verwerken. Dat betekent niet dat je de verbanden altijd meteen moet weggeven, maar je zal je cursisten in ieder geval moeten ondersteunen als ze zelf de verbanden moeten leggen.

Vaak worden verbanden lineair aangebracht en soms is dat ook de meest logische vorm, denk aan een chronologische gebeurtenis. Maar als meer verschillende stukken met elkaar verbonden zijn dan is de kans weer groter op betere verwerking van de info (het spinnenweb).

Gevarieerde activiteiten

Om te motiveren en om ervoor te zorgen dat kennis wel degelijk in het lange termijn geheugen opgeslagen wordt, is oefening onontbeerlijk. Dat heeft als bijkomend voordeel dat die kennis geautomatiseerd wordt, waardoor er weer meer ruimte vrijkomt in het werkgeheugen.

De activiteiten en opdrachten moeten altijd gelinkt zijn aan de leerdoelen en het moet duidelijk zijn waarom ze bijdragen tot het realiseren van die doelen. Opdrachten die net uitdagend genoeg zijn en gevarieerde activiteiten verhogen ook de motivatie (zone of proximal development).

Zorg voor duidelijke instructies, workload, afspraken rond inleveren...

Interactie toevoegen kan veel vormen aannemen, van het stellen van (open) vragen tot het uitwerken van een volledig project. Sociale media bevatten vaak een belangrijke creatie component (user generated content) en dat maakt ze uiterst geschikt voor activerende digitale werkvormen.
Photo by Pete Prodoehl

Untitled Slide

Feedback moet op regelmatige basis gegeven worden, binnen een redelijke termijn. De feedback moet expliciet zijn en moet uitleg of stappen bevatten om te remediëren of om verder te gaan (feedforward). 'Goed gedaan' is dus geen feedback, 'jammer' evenmin.

Feedback en communicatie zijn essentieel om van een steunende omgeving te spreken en dat heeft weer positieve effecten op motivatie.

Het belang van goed geformuleerde feedback is dus groot. Je kan online een heleboel feedback automatiseren, maar maak dan wel gebruik van alle mogelijkheden die het systeem je biedt. Probeer het juiste antwoord niet zomaar weg te geven.

Probeer negativiteit te vermijden of op zijn minst in te bedden in positieve commentaren. Cursisten zijn door hun voorgaande ervaringen meer gericht op resultaten dan op feedback. Onderstreep zelf het belang en probeer af en toe iets anders om hun aandacht naar die feedback te trekken. Overstelp cursisten ook niet met feedback. Het is vaak beter om een paar gerichte werkpunten mee te geven dan om alles ineens te benadrukken.

Vertrouw nooit enkel op kleuren (bv groen en rood) om feedback mee te geven. Niet alleen is die waarde van die feedback gering, maar mensen die kleurenblind zijn hebben hier niets aan (zie ook toegankelijkheid).

Design for Learning

Universla Design for learning (UDL) valt uiteen in 3 grote principes:

- Multiple means of representation = multimodaal = informatie of verschillende manieren aanbieden. Zo kan je naast een tekst ook een video meegeven waarin dezelfde leerstof aan bod komt.

- Multiple means of expression: laat cursisten op verschillende manieren interageren met de leerstof en aantonen wat ze geleerd hebben. Ook hier komen social media weer van pas. Laat ze bijvoorbeeld kiezen hoe ze een boek bespreken. Misschien produceren ze een trailer voor het boek of een interactieve poster.

- Multiple means of engagement: betrokkenheid verhogen
Dit breng ons terug bij motivatie en identificatie. Volwassen leerders waarderen het ook als ze zelf een stuk van de navigatie in handen hebben en bepaalde ideeën op eigen houtje kunnen exploreren.

Het belang van motivatie bij leren kan niet onderschat worden. Voor motivatie moet een cursist waarde zien in de leerdoelen en moeten zijn verwachtingen positief en realistisch zijn.

Als een cursist intrinsiek gemotiveerd is om leertaken uit te voeren , dan is de kans heel groot dat hij/zij ze ook tot een goed einde brengt. Intrinsiek motivatie kan je bevorderen door in te spelen op de leefwereld en de interesses van cursisten. Als ze het nut inzien van de leerstof of concrete realisaties kunnen zien, vergroot dat ook de kans op intrinsieke motivatie.

In de pre-instructie fase kan je ook al inzetten op dit soort motivatie door bijvoorbeeld een paar knappe voorbeelden uit de 'echte' wereld te tonen met de belofte dat cursisten dit aan het einde van de module ook zullen kunnen.

Dat betekent niet dat je extrinsieke motivatie moet uitsluiten. Vaak zullen cursisten iets doen omdat ze het graag doen én om een goed cijfer te halen. Maar het is belangrijk om te vermijden dat het leren onderschikt wordt aan een goed resultaat. Als docent kan je bijvoorbeeld benadrukken dat je meer belang hecht aan de feedback/feedforward dan aan het resultaat.

Lichte vormen van gamification worden ook bij extrinsieke motivatie gerekend en kunnen soms een goed alternatief zijn voor cijfers.


Op de website van het Siho vind je heel wat informatie terug over UDL en je kan er ook een online cursus doorlopen over UDL, opgebouwd volgens de principes van UDL:
http://siho.pxl.be/
Photo by Chad Sparkes

Prototyping

Probeer sowieso om een cursus die je voor het eerste geeft al op voorhand eens uit te laten uittesten door ex-cursisten of collega's. Vaak maken zij je nog attent op onduidelijkheden in het design.

Zorg ervoor dat de feedback van cursisten geen verplicht nummer is, maar een echte kans om design aan te passen. Benadruk dat.

Beperk je niet tot oppervlakkige vragen en antwoorden. Vraag in welke mate sommige van de hier besproken principes hebben bijgedragen tot hun leerervaring (zowel positief als negatief).

Herbruikbaarheid

Een goede cursus bouwen vraagt heel wat werk. Materiaal selecteren en verpakken, kiezen welke didactische principes het best geschikt zijn voor een bepaald leerdoel, verbanden leggen, evaluatiemethodes toekennen, ...

Probeer er daarom voor te zorgen dat je materiaal hergebruikt en uitgewisseld kan worden. Plaats er een creative commons licentie op zodat je rechten als auteur wel gerespecteerd worden. Course design is te arbeidsintensief om telkens opnieuw vanaf nul te beginnen.

Als het mogelijk is, publiceer dan in in je leeromgeving of in je PLN een overzicht van de beschikbare materialen. Wissel good practices uit.

Neem ook steeds een kijkje op sites waar open educational resources (OER) bewaard worden. Zo vermijd je veel tijd te steken in iets dat eigenlijk al bestaat en meestal aanpasbaar is.
Photo by OldMainstream

Celebrate Learning

Leren moet niet fun zijn, het mag best hard werken zijn. Zelfs dan zullen cursisten voldoening halen uit het feit dat ze een complexe taak tot een goed einde brengen.

Probeer er wel voor te zorgen dat je cursus niet ondergesneeuwd raakt door alle leerdoelen en vereisten. Probeer voor wat humor en verrassingen te zorgen om cursisten bij de les te houden.

Vier goede resultaten, knappe taken, ...

Photo by D7eame